vrijdag 22 april 2011

Veurjaer in de veurtuin

En niet alleen in de veurtuin.
Na 18.00 nog even met één van mijn flitsende Italiaanse tweewielers naar het insecten- en watervogelreservaat geweest. Om wandelenderwijze nog wat te ontspannen vóór de wedstrijd tussen ADO en die irritante tukkers los zou barsten.
Al op het eerste deel van de heenweg realiseerde ik me dat het erg dom was om weer geen fototoestel mee te nemen [over dat toestel van mij later nog eens, want ik vermoed dat het niet door Bratwürsten in elkaar is gezet, doch door spleetogen.] toen ik een Vlaamse Gaai op een drinkbak in de wei zag zitten. Een mooi beeld ... Maar korte tijd later reed ik dus vlak bij het reservaat en mijn eerste reactie was: "dat is géén grote haas die daar in die greppel staat/ ligt". Maar het was dus wel een dier met lange oren. Het was een ree waarvan alleen het nieuwsgierige koppetje boven het maaiveld uitstak. Een maatje of twee kleiner dan het (waarschijnlijke) edelhert dat ik een paar honderd meter verderop eens bijna van de weg af reed. Het was bijzonder donker gekleurd, had niets van een gewei en maakte met een mooie, trage, galopsprong dat ze het bosperceel in kwam. Dat had niet gehoeven, want ik was al weer bezig op mijn "schreden" te keren. Omkeren dus en met een grote boog het perceel om rijden. En wat kwam ik aan de andere kant van het perceel tegen .... ? Een opvallend grote, zeer donkere haas ! Het zat op het fietspaadje waar ik over tufte, maakte toen aanstalten om de greppel in te vluchten, keerde weer terug naar het fietpad en ging daar wat stilzitten terwijl ik al weer aan het omkeren en omrijden was. Wel toevallig, hoor, twee van die donkere langoren binnen een paar minuten ! Later ben ik geen van beiden nog tegengekomen ...

Ha, ge ziet het hê ... ?
Het lijk wel of ze zich hebben voortgeplant, die paar paarde-
bloempjes van verleden keer.
Of dacht je soms dat ik deze foto's gemaakt had om de postbode bij het werken te betrappen ?
Wat die paardebloemen in het voorjaar betreft: ik kan er geen genoeg van krijgen. Nooit. Het doet me ook altijd denken aan dat ene drinklied van de Oude Haagse Wijsgeren met
"Als er geen bier meer is
dan drinken we paar-de-
bloemmetjes aan de waterkant,
aan de waterkant,
aan de waterkant ... "