woensdag 9 november 2011

Smokin' Joe ...

Zo dood als een mors is 'ie ...
En of ik er maar even iets over wil zeggen ...
Nu ben ik heus de kwaadste niet, maar wat valt er in hemelsnaam over deze man te zeggen ?!
Ik zou kunnen beginnen met het opmerkelijke feit dat we deze man als een zwaargewicht kennen, doch dat hij met een
"wedstrijdgewicht" dat tussen de circa 92 en 95 kilogram schommelde (bij een lichaamslengte van 1,84 meter) wel altijd gevaarlijk dicht bij de hypothetische bovengrens van de cruiserweights zat. Hypothetisch, omdat in het professionele boksen die gewichtsklasse toen helemaal nog niet bestond. Het is wel leuk om vast te stellen dat in de 2001-film "Ali" de rol van Joe Frazier werd gespeeld door James Toney. Niet veel later zou die de titel bij de cruisers pakken in een fantastische demonstratie tegen Jirov. Er waren een paar interessante overeenkomst tussen Toney en Frazier. In de eerste plaats natuurlijk die vieze baard. Als je graag een baard wil hebben, à la bonne heure, maar dit was
(bij beide boksers) zo'n typisch geval van "geen vlees-geen vis/ geen dons-geen veren". En daar was natuurlijk die typische stijl van vechten. Eentje waarin een permanent hoog niveau van actie werd ingezet. Technisch correcte technieken (bij Joe meer dan gemiddeld hoeken en zwaaistoten) werden gelijkmatig over de ronden verdeeld, maar aan een zo hoog mogelijk tempo op de tegenstander losgelaten. Mede om het gebrek aan lichaamslengte tov de tegenstander(s) te compenseren. Ik heb even zitten turven, maar ik heb vastgesteld dat deze fysiek zeer veeleisende methode hem wél 20 Knock-Out overwinningen heeft opgeleverd. Het is hem zeker niet misgund.
Tja, Joe Frazier ... Wat hij nooit heeft kunnen verkroppen was het feit dat hij gedurende zijn boks-carriere eigenlijk altijd de tweede viool heeft moeten spelen. De eerste viool was het exclusieve eigendom van the greatest, Muhammad Ali. Als Ali er niet was geweest, zou het (professionele) boksen waarschijnlijk ergens in de jaren zestig een zachte dood hebben beleefd. Ali heeft het stervende boksen voor de gretige kaken van de dood weggehaald door erg goed te boksen EN door middel van veel branie en bombarie aandacht naar the sweet science toe te trekken. Het is het ongeluk van Frazier geweest dat zijn eigen carriere samenviel met die van Ali.
Dat was tegelijk het geluk van Ali, want hij had Frazier -die in zijn ogen de op één na beste bokser van dat moment was- nodig om zichzelf te kunnen overtuigen van zijn grote klasse (zie ook: the Greatest ). In de ring respect voor elkaar, maar daarbuiten bittere haat. Dat moet ooit anders zijn geweest. Er wordt verteld
-en ik heb geen enkele reden om eraan te twijfelen- dat Frazier zich financieel en anderszins sterk heeft ingezet voor de eerste come-back van Ali in de ring (dat was dus nadat deze wegens dienstweigering van zijn recht om te boksen was ontdaan). Uit niets is ooit iets van dankbaarheid van de zijde van Ali gebleken. Dat lijkt heel erg kinderachtig. En dat is het ook. Maar Joe begon dat onvolwassen gedrag na enige tijd over te nemen en te overdrijven. En stopte daar niet mee na het beëindigen van zijn bokscarriere. Wel integendeel! Toen kwam hij pas echt goed op stoom ! En aldus zullen de meeste boksliefhebbers hem o.a. herinneren als een sikkeneurige, ouder wordende en snel aftakelende man die nooit de volle glorie heeft mogen smaken van een langdurig kampioenschap.
In 2002 kwam ik onderstaand fotootje tegen in een Amerikaans vakblad. En als zovelen schoot ik flink in de lach toen ik las wat de redactie eronder had gezet: "Wie sleept 'ie nu weer voor de rechter ... ?!".

Ja, dat leek op gegeven ogenblik zijn full-time bezigheid: voor de rechtbank permanent in oorlog met alles en iedereen.
Eigenlijk meer droevig dan vermakelijk ... :-(
Welke rol speelde het dankzij Ali gemiste Kampioenschap daarin ? Waarschijnlijk had dat er alles mee te maken ! En dan vooral voor het gedeelte "psychologische oorlogsvoering". Joe werd voorafgaand aan de onderlinge wedstrijden door the Greatest uitgedaagd, belachelijk gemaakt en vernederd. Zoals in een andere jaargang van hetzelfde box-magazine in een artikel over smack-talk ("Why boxers talk trash") treffend werd opgemerkt:
"To Ali, a few well-placed insults with nothing in return was like winning a round before the fight had even started. Joe Frazier never completely recovered from Ali's mouth."
Never recovered from Ali's mouth, maar uiteindelijk door het slopende samenspel van een paar lichamelijke kwalen geveld op de 7de van deze maand.
Mocht in bovenstaande te weinig blijken van enige bewondering mijnerzijds als het om "Smoking Joe" gaat, dan wil ik dat graag even rechtzetten: Frazier was een bokser die veel lichamelijk actie in de strijd gooide en daarvoor alleen al veel bewondering verdient. (Aan die vloedgolf van stoten had 'ie ook zijn bijnaam te danken: hij produceerde zoveel slagkracht dat zijn handschoenen wel in de fik leken te staan en aldus te 'smoken'). Bij Frazier hield het boksen op "the Noble Art of Self-Defence" te zijn en werd het opgebouwd primair uit aanvallende initiatieven en keiharde actie. Zijn hoeken waren niet alleen talrijk, maar ook krachtig, slopend en technisch correct afgewerkt. Zijn incasseringsvermogen was werkelijk fenomenaal en daarmee zeldzaam. De linkshandige zwieper waarmee hij Ali in 1971 tegen het canvas sloeg was aardig, maar vooral de wijze waarop die actie werd voorbereid is een boks-klassieker. Ieder bokser en iedere boks-commentator zou die uit zijn hoofd moeten kennen (met nadruk op het voetenwerk uiteraard, want boksen doe je vooral met je benen). Maar vooral: hij had de ballen om in pricipe tegen IEDEREEN in de ring te stappen die hem maar uit durfde te dagen.
Deze man verdient meer dan alleen maar een beetje naams- bekendheid en het twijfelachtige "voorrecht" van miljoenen mensen die vóór Frazier waren omdat ze in de eerste plaats
tegen Muhammad Ali waren. Véél meer dan dat.
Deze man was een monument in de bokssport en het is jammer dat we bij zijn leven te weinig de gelegenheid hebben gehad om dat duidelijk en hardop te kunnen zeggen.
Dat hij ruste in Vrede.